Een van haar grootste ergernissen is dat de regering voortdurend profiteert van de emotie van een situatie om Amerikanen te verleiden vrijwillig burgerlijke vrijheden op te geven. Voorbeelden zijn onder meer haar herhaalde herinnering dat de Patriot Act niet op 12 september is geschreven (om de discussie over de deelname van de regering aan de aanslagen van 11 september 2001 op te schorten, beweert ze dat het onbetwistbaar is dat ze erop hebben geprofiteerd met de wetgeving die lang daarvoor was geschreven), de strijdkreet van "Het is voor de kinderen" (als een wapen om van alles aan te wakkeren, van rookverboden tot internetcensuur), en wat zij de "stop me from being stupid"-wetten noemt, die variëren van het verplichten van het gebruik van veiligheidsgordels tot het verbieden van prostitutie en drug gebruik. Evenzo verwijst ze naar voorgestelde wetgeving voor termijnlimieten voor politici, als de "stop me voordat ik weer stem-wetten".
Opmerkingen (0)